De opdracht:

waar komt ’s nachts het licht vandaan? Bijvoorbeeld van de maan en de sterren, maar ook van lantaarnpalen, koplampen van auto’s, en uit de ramen van de huizen. Maak eens een vlak helemaal zwart met houtskool en gebruik dan kneedgum om de lichtbronnen tevoorschijn te laten komen. Met kleurpotlood kun je de kleur van het licht weergeven. Fixeerspray gebruik je om te zorgen dat de tekening niet meer vlekt en afgeeft, maar let op: dan kun je ook niet meer gummen!

Voorbeeld plaatjes:

Resultaat:

Het is duidelijk lastig voor veel kinderen om te bedenken dat een lantarenpaal niet in zijn geheel licht geeft, maar alleen de lamp zelf. Hetzelfde “probleem” zie je in de tekening van Emy een beetje bij de huizen: die zijn helemaal licht. Wel vinden alle kinderen het leuk om met de platte kant van de houtskool grote vlakken zwart te maken, dat weer uit te vegen, en met de kneedgum te spelen.

Ik heb overigens ontdekt dat de kneedgum van Koh-i-Noor helemaal niet fijn is: te brokkelig en niet kleverig genoeg. De gummen van Faber-Castell zijn dan wél weer goed.