Zintuigen – poëzie workshop

Twee schrijfoefeningen in deze workshop poëzie schrijven met als thema Zintuigen. Nadat we een scène hadden gelezen uit De Avonden van Gerard Reve, waar Frits zijn ouders nauwlettend bestudeert terwijl ze aan tafel gaan, schreven we zelf een tafelscène (proza), fictief of uit herinnering. Een voorbeeld:

We zitten rond de salontafel, op de grond, want er zijn geen stoelen. Dat is een lifestyle-keuze, denk ik. De moeder van Estella heeft westers haar in dreadlocks, en draagt, zoals altijd, alleen maar zwart, en loopt in huis op blote voeten. “Hebben jullie je handen gewassen?” vraagt ze. “Jaaaa” zegt Estella. Dat is niet waar. Ik vind het moeilijk medeplichtig aan leugens te zijn. Maar thuis hóef ik mijn handen nooit te wassen voor het eten, tenzij er misschien opvallend veel modder aan kleeft, of klei. 

Ik kijk naar mijn handen. Estella heeft mijn nagels met afwiselend rode en roze lak bewerkt, en daarbij een stukje vinger meegenomen. Daar zal míjn moeder dan weer niet blij mee zijn. Nagellak is niet haar beste vriend sinds ik mijn initialen op het antieke ladenkastje heb gelakt. 

Estella’s moeder gebruikt een vierkant lapje om de deksel van een enorme pan op te tillen. Stoom (geen rook) ontsnapt. Ik ruik dat het prei is. Ik lust geen prei. Of ui. Of tofu. Of wortels die net wel maar toch niet gaar zijn. Of de vette brokken in hachée. Of gekookte andijvie.

Voor de tweede schrijfoefening had Martijn sushi en toumpoucen meegenomen. De opdracht was om een gedicht te schrijven over de zintuigelijke ervaring van het eten, en de associaties die deze opriep. Het volgende gedicht kwam voort uit een gevaarlijk experiment: het tegelijk verorberen van sushi en tompouce.