Tekenen met kroontjespen

Al tijden heb ik een haat/liefde relatie met fineliners. Ik vind het heerlijk hoe permanent zo’n pen zijn lijnen zet. Het zorgt voor een andere mind-set dan het werken met potlood. Net als het zetten van een tattoo kan je een fout mogelijk nog met groot vlak bedekken, maar nooit meer uitgummen. Dit maakt het werken met een fineliner een proces zonder concessies. Zeker als je tekent zonder onderliggend voorbeeld is het snel en meedogenloos.
Een nadeel van het werken met vooral de wat goedkopere fineliners is het opvullen van grotere vlakken. Zo een pennetje is snel leeg of verandert rap zijn donker zwarte kleur in een wanhopig donkergrijs. Dat was de reden dat ze op de Grafische School niet bij werktekenen mochten worden gebruikt. We leerden er werken met de gewraakte “buisjes pennen”. Je had immers 100% zwarte dekking nodig voor repro-fotografie.
Deze Rotding, eh… Rotring’s pennen forceerden je netjes te werken. Het waren geen prettige pennen voor vrij werk. Ze hadden de neiging om snel in te drogen, maar dat was nog de minste manco. Iedere lineaal die de penkop tegen kwam was een kans dat je tekening werd bezoedeld met een flinke inktvlek. Er was een mythe dat je deze vlekken van het papier kon krabben met een scalpel. Ik moet dit tot de dag van vandaag nog zien gebeuren. Nu hadden onze linialen een inktrand met gratis parallax waardoor je net een millimeter naast het beoogde doel je uiteindelijke lijn tekende. De krengen.
Ik switchte met de dood van werktekenen al snel naar ander tekengereedschap zoals CD-markers, Sharpies,  Molotows en andere pennen die flink zwart konden afgeven. Hierbij was ik vergeten wat voor gereedschap de Romeinen al rond het jaar 410 gebruikten; de “Dip Pen” of in het Nederlands “kroontjespen”. Ik had er notabene al jaren een set van liggen in een oude tekendoos van de basisschool.
Okay, eerlijk, het was niet helemaal uit mijn geheugen verdwenen dat een kroontjespen een goede zwarte dekking geeft, maar waar ik bijzonder door werd verrast was hoe eng nauwkeurig deze pen kan zijn. Misschien had ik als kiddo nog niet de juiste motoriek (ik zie in gedachte mijn basisschool leraar wit wegtrekken bij het zien van het geplet worden van een zoveelste fijne penpunt).
Met de opdracht “tekenen van haar” maakte ik bij Groeten van Marc opnieuw kennis met dit fijne stuk gereedschap. Deze uiterst nauwkeurige en nooit falende penpunt is ideaal voor het tekenen van honderden haren en het arceren van schakeringen. Het werd niet de collage van vlekken die ik had verwacht dat het zou worden. Maar goed; ik ben ook geen acht meer en heb mogelijk ook wat meer geduld dan vroeger (misschien dus toch iets geleerd van de Rotrings). Thuis heb ik die oude tekendoos geopend om een oude held te bevrijden uit de vergetelheid.